Niets broodbakmachine! Niets elektrische broodzaag! Brood bakken is oersimpel en je hebt er echt niet veel voor nodig (op soms wat geduld na dan). Mijn eerste zelfgemaakte broodjes kwamen uit een campingoventje (50cm x 30cm 50 cm) en die waren meer dan prima. Met een beetje oefening draai ik er nu mijn hand niet meer voor om. En dat is rijkdom op zondag ochtenden waarop geen geen voorverpakte broodjes in huis hebt, maar wel wil uitpakken met een heerlijk ontbijt.
Dit is de basis die je nodig hebt:
– een kom
– een natte theedoek
– bloem
– zout
– gist (uit een zakje. Te koop bij de supermarkt bij de bakproducten voor ongeveer €0,55 voor 3 zakjes )
– (warm) water
– handen die stevig kunnen kneden, of een handmixer met deeghaken
– een oven die op minimaal 225°C kan worden afgesteld
– olie of bakpapier of aluminiumfolie (zodat het brood niet vastplakt aan de bakplaat)
De bovenstaande ingrediënten vormen de basis voor bijv. Turkse pita's, Frans stokbrood, Italiaanse ciabatta's, witte puntjes en kadetjes, challe, bolletjes, bagels en pizzabodems. Je kan ook varieren met bladerdeek voor croissants en kaasstengels of met kruimeldeeg voor appeltaart, enz.
Basistips voor het maken van deeg:
1 – Doe altijd eerst de hoeveelheid bloem van het recept in een kom (een brood van 10 sneedjes is ongever 400 gr. Een pizzabodem ongeveer 150 gram.
2 – Voeg daarna een snufje zout toe aan de bloem en roer deze door
3 – Voeg als derde gist toe. Gist zorgt voor de belletjes in het brood. Het maakt het brood luchtig. Zout en gist houden niet van elkaar; zout vermindert de werking van gist. Laat deze daarom nooit direct contact maken door ze op elkaar te strooien, maar verdeel het zout door de bloem en voeg daarna de gist toe.
4 – Voeg daarna water toe. Goed deeg is een soort kussentje, glad en egaal van structuur. Het plakt wel wat, maar niet zo erg dat het aan al je vingers blijft plakken. Als het deeg niet egaal wordt, maar er droge stukken in blijven zitten, dan is het deeg te droog.
5 – Gist houdt van warmte. Wanneer je weinig tijd hebt om brood te maken, kan je het gistproces versnellen door i.p.v. Koud water (of melk, afhankelijk van het recept), warm water toe te voegen. Ook reageert gist meer als je het laat rijzen in een warme ruimte of wanneer je het ''opfokt'' door het eerst in een beetje warm water met suiker te roeren en dan pas door je deeg te mengen.
6 – In hele luchtige broden wordt vaak in het beginmengsel een beetje suiker toegevoegd. Dit helpt de gist langer en meer door te werken.
7 – Wanneer je een deeg laat rijzen, geef je de gist de tijd om belletjes te vormen. Hoe vaker je het deeg kneedt en daarna laat rusten, hoe vaker de gist zijn werk kan doen en hoe luchtiger het brood dus wordt (zoals bij stokbrood en ciabatta).
8 – Dek je kom tijdens het rijzen af met een natte theedoek. Deeg houdt van vochtige atmosferen.
9 – Wie een luchtig brood wil met grote bellen, moet met de handen kneden. Met een handmixer druk je namelijk alle gistbellen weer weg uit het brood. Sla het deeg dus een aantal keer om, zonder te veel te drukken, wanneer je het deeg opnieuw wilt laten rijzen.
10 – Wanneer deeg te veel blijft pakken aan je werkplank of aanrecht tijdens het doorkneden, dan kan je het werkblad met wat bloem bestuiven. Ook kan je een beetje olijfolie of zonnebloemolie door het deeg mengen. Hierdoor stopt het plakken ook.
11 – Het deeg is goed doorgekneedt, als je er een dun vliesje van kan trekken dat niet snel scheurt. Soms moet je het brood meerdere keren 10 minuten doorkneden en dan 10 minuten laten rusten om dit te bereiken.
12 – Wees niet bang om het deeg tijdens de eerste keer doorkneden lekker bond en blauw te slaan en te scheuren. Dit is goed goed voor de gluten die in het brood zitten; die worden hirdoor langer en meer elastisch.
13 - Leg altijd met bloem bestoven of ingevet bakpapier of aluminiumfolie onder het deeg als je het in de oven zet. Leg het deeg nooit direct op een rooster, want door de warme van de oven zet het deeg nog wat uit, waardoor het om de spijlen van het roosten gaat groeien.
14. – Deeg is gaar, als ook de binnenkant vast is; wanneer de binnenkant lijkt op kauwgom is deze nog niet gaar. Ook zie je vaak dat de onderkant van het deeg een beetje donker en nat is. Ook dan is de onderkant nog niet helemaal gaar. Draai het brood desnoods nog even om en zet het terug in de oven.
Variëren:
Voor wie de smaak te pakken heeft, kan natuurlijk gaan variëren met ingrediënten als meel (dat maakt brood zwaarden en steviger),zaden en pitten voor dóór het deeg of voor op de bovenkant, zoals zonnebloempitten, maanzaad, sesamzaad, gerst, enz.
Ook kan je natuurlijk zoete broodjes maken, met (bruine)suiker en kaneel en kardemom. Of met fruit; sinaasappel, peer, appel, aardbeien, druiven, jam. Alles kan (pas wel op dat het deeg niet te nat wordt, anders gaart het minder goed).
Je kan aan de slag met bladerdeeg; roomboter dat op het deeg wordt gedaan, waarna het deeg een aantal keer wordt dubbelgevouwen, waardoor je dunne laagjes (het bladerdeeg) krijgt.
Recepten:
Eenvoudige, leuke en lekkere broodrecepten zijn te vinden in één van mijn favoriete boekjes:
''Kookook Brood'', Uitgeverij Inmerc, 2007, ISBN 978 90 6611 825 6
Hi daar! Ik ben Jessica, een oer-Rotterdamse kunstenaar die onderzoekt hoe je van je leven een duurzaam LevensKunstwerk kunt maken